Verhaal van Izak van Dantzig, zijn vrouw Naatje de Vries en hun zoon Izak van Dantzig

Piersonweg 6, Gouda

Izaks grootvader, onderwijzer Eleazer Andries van Dantzig, trouwde in 1812 met Mariana Godschalk uit Zwolle. Het echtpaar kreeg zeven kinderen, allen geboren in Zwolle. Na 1830 verhuisde het gezin naar Gouda. Izaks vader Joël was de zesde van het kinderstel. Hij werd geboren in 1825 en groeide vanaf zijn vijfde jaar op in Gouda en kreeg daar later een handel in manufacturen. Uit zijn huwelijk met Naatje de Vries stamt Izak van Dantzig.

Izak werd in Gouda geboren in september 1858. Net als zijn vader was hij koopman, daarnaast was hij makelaar. In 1886 trouwde Izak met Roosje van Aalst. Ze kregen drie kinderen. Volgens een familieverhaal hadden hun dochters Anna en Estella een mentale en/of geestelijke beperking en verbleven beiden in een tehuis. Anna overleed in 1903 en Estella in 1939. Zoon Joseph (Joop) werd als derde kind geboren in Gouda in augustus 1893. Hij ging na de Rijks HBS – in zijn schooltijd nog op de Lange Tiendeweg – naar de middelbare handelsschool in Rotterdam. In 1921 trouwde hij in Gouda met Emmy Verkozen en kreeg samen met haar twee kinderen.

In een advertentie uit die tijd, uit de Goudsche Courant van 1920, staat zijn vader Izak vermeld als makelaar: “belast zich met aan- en verkoop van huizen”. Een nog steeds actueel beroep. Zijn adres staat er bij vermeld, de Wijdstraat, ook zijn telefoonnummer, 473. Er woonden toen zo’n 26.000 inwoners in Gouda en telefoons waren zeker nog geen gemeengoed. In januari 1933 verhuisde het echtpaar van de Wijdstraat 2 naar de Piersonweg 6. Eind 1936 stierf echtgenote Roosje van Aalst op 78-jarige leeftijd. Izak bleef als weduwnaar op de Piersonweg wonen.

In 1942 moest de bejaarde Izak zich melden bij de Hollandsche Schouwburg, moest hij op transport naar Westerbork en direct door naar Auschwitz. Op 26 oktober 1942 werd hij daar omgebracht, hij was toen 84 jaar.

Direct na de Duitse inval in Nederland op 10 mei 1940 verbleef zoon Joop samen met zijn gezin enkele dagen bij vader Izak op de Piersonweg. Joop was voor de AKU gestationeerd geweest in Wenen, maar het gezin moest door de Anschluss in 1938 hun relatieve luxe leven daar achter zich laten. Ze hadden nu Arnhem als thuisbasis. Omdat Gouda de eerste dagen nog niet bezet was, weken ze even uit naar het huis van vader Izak. Na het bombardement van Rotterdam op 14 mei keerde het gezin weer terug naar Arnhem. In augustus 1942 – twee maanden voor Izaks dood in Auschwitz – begon hun vlucht naar Zwitserland. Zoon Joop had door zijn werk voor de AKU veel reiscontacten en dat kwam hen van pas op hun vlucht.

In het dagboek-boekje ‘Zeg Nooit dat Je Joods bent’ vertelt Emmy van Dantzig over de vlucht naar Zwitserland van Izaks zoon Joop, zijn vrouw Emmy en hun kinderen Elly en Rob. Haar oma Emmy van Dantzig-Verkozen hield in een schriftje bij, hoe het hen verging op de vlucht. Het is een dicht op de huid geschreven verslag, mooi geredigeerd en van extra informatie voorzien door Izaks achterkleindochter Emmy.