Verhaal van Israel de Levie, Johanna de Levie-Zondervan, Rosetta de Levie, Evalina Clara de Levie en nichtje Rosetta Levano
Krugerlaan 66, Gouda
Op dit adres woonden Israël de Levie (56), Johanna de Levie-Zondervan (50), Rosetta de Levie (25), Evalina Clara de Levie (18) en nichtje Rosetta Levano (12). Dochter Rosetta de Levie (25) woonde drie maanden op dit adres, de rest van het gezin en het nichtje ruim twee jaar.
In 1916 trouwde belastingambtenaar Israël met Johanna in Roermond. Ze kregen twee kinderen: Rosetta en Evalina. Eind jaren 30 namen ze een pleegkind op in hun gezin, nichtje Rosetta Levano.
Rosetta Levano, met de roepnaam Roosje, werd als jongste kind geboren in Heerlen in 1929. In 1937 verhuisde het gezin naar Roermond. Toen de oorlog kwam, gingen ouders en kinderen naar verschillende adressen. Roosje kwam in Zevenaar bij haar tante Johanna en oom Israël terecht.
Op 12 maart 1940 kwam ze met hen mee naar Gouda. Dochter Rosetta de Levie van begin twintig woonde maar een paar maanden in het huis op de Krugerlaan en verhuisde al snel naar Scheveningen. Op een foto uit de bezettingstijd zie je dochter Evalina met een groepje Joodse stadgenoten bij de Reeuwijkse plassen, nonchalant een trekje nemend van haar sigaret.
Begin oktober 1942 pakte de politie Israël, Johanna, Rosetta en Evalina de Levie op. Ze werden via Amsterdam ‘geëvacueerd’ naar Westerbork. Roosje wordt niet gemeld in het rapport, maar ging waarschijnlijk wel mee. Op 19 oktober volgde hun deportatie naar Auschwitz. Direct na aankomst op de 22ste werden Israël, Johanna, hun dochters Rosetta en Evalina Clara en pleegkind Roosje Levano vermoord.
Slechts de broer in Roosjes ouderlijk gezin overleefde, hij noemde haar Roosje. Deze een jaar oudere broer is Chaim Levano. Hij ontwikkelde zich tot een eigenzinnig musicus, woordkunstenaar en theatermaker en overleed op hoge leeftijd. Zijn familie woonde de plaatsingsceremonie bij.