Oprichting van Stichting Gouds Metaheerhuis

Eind vorige eeuw werd de renovatie en restauratie van Gebouw De Haven, Oosthaven 31, voorheen het Joods Centraal Tehuis, voltooid. De eigenaar, de Stichting tot Behoud van het gebouw De Haven, besloot het achter in de tuin van het gebouw gelegen Metaheerhuis een sobere en waardige bestemming te geven.

Het metaheerhuis, in dit, in het Hebreeuws: Bet Tohorah, Huis der Reiniging, werd in 1899 gebouwd waar de overleden Joden met het oog op de ontmoeting met de Eeuwige ritueel gewassen  werden en de gebeden gezegd.

Na zorgvuldig beraad werd het door de toen gevormde Stichting Gouds Metaheerhuis-in-oprichting ingericht als gedenkplaats voor alle in de oorlogsjaren omgebrachte Joden uit Gouda.

In het Hebreeuws en in het Nederlands zijn op twee panelen de woorden uit Jesaja 25: 8 aangebracht:

Hij laat de dood voor altijd verdwijnen,

God, de Eeuwige, zal de tranen van alle gezichten wissen.

De smaad Zijn volk aangedaan zal Hij van heel de aarde verwijderen.

Want de Eeuwige heeft het gezegd.

Enige jaren later zijn er nog drie panelen opgehangen waarop alle namen staan van hen die zijn vermoord. Achter iedere naam is  leeftijd, datum en plaats van overlijden vermeld.

Op 17 juni 1994 werd de gedenkplaats tijdens een plechtige bijeenkomst geopend. Hierbij tegenwoordig waren rabbijn Lody van de Kamp namens de de Nederlands Israëlitische Gemeente te Rotterdam, en rabbijn Menno ten Brink namens het Verbond van Liberaal Religieuze Joden. Onder de aanwezigen waren verder vertegenwoordigers van het College van Burgemeester en Wethouders van Gouda en van de plaatselijke hervormde gemeente.

Mevrouw S.R. Meijer-Teixeira de Mattos (1906-1997), de laatste directrice van het Joods tehuis en overlevende van de oorlogsjaren, verrichtte de openingshandeling.

Kort daarna, op 20 februari 1995, werd de Stichting Gouds Metaheerhuis formeel opgericht.

De Stichting koos als doelstelling het beheren van, en bekendheid geven aan het Metaheerhuis als plaats van gedachtenis.

Als bestuursvoorzitter werd benoemd ds. H.C. van Itterzon uit Gouda, die deze functie bekleedde tot zijn overlijden in 2010. Zie ook: In Memoriam ds. H.C. van Itterzon.

Eerste aanzet

In de jaren ’90 van de vorige eeuw werd door diverse onderzoekers onderzoek gedaan naar de in de Tweede Wereldoorlog omgebrachte Joodse inwoners van Gouda. Daartoe werden met name de archieven van de Streekarchiefdienst Hollands Midden, thans Streekarchief Midden-Holland, en de Gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting geraadpleegd.

Op basis van de gevonden informatie werd een handgeschreven gedenkboek samengesteld, dat in 1994 ter inzage werd gelegd in de juist toen geopende gedenkplaats. In totaal werden in dit boek 95 namen opgenomen, met vermelding van de geboorte- en overlijdensgegevens, de naam van de eventuele (overleden) echtgeno(o)t(e), en het laatst bekende adres in Gouda (1).

Onderzoek Oudgenoeg

Kort daarop had de heer J. Oudgenoeg als medewerker van het Streekarchief een eigen onderzoek afgerond naar de in de oorlogsjaren omgebrachte Joodse inwoners. De door hem gevonden gegevens werden in 1996 door de Streekarchiefdienst kosteloos aan de Stichting Gouds Metaheerhuis beschikbaar gesteld.

Het onderzoek werd vervolgens door Sjaak Ouweneel, bestuurslid van  de Stichting voortgezet met het verifiëren van dit materiaal, het zoeken naar aanvullende informatie over de betrokkenen op de persoonskaarten in het archiefregister van de gemeente Gouda, en het raadplegen van de in het Streekarchief berustende corresponderende overlijdensakten.

In 1997 konden op basis van de gevonden informatie twee handgeschreven gedenkboeken worden samengesteld, nu met in totaal 327 namen met vermelding van de geboorte- en overlijdensgegevens, de naam van de eventuele (overleden) echtgeno(o)t(e), en het laatst bekende adres in Gouda (2).

In 2004 werden in de gedenkplaats drie wandborden aangebracht, waarop van iedere betrokkene de naam, leeftijd en plaats van overlijden is vermeld.

Een herdenkingspaneel met dezelfde gegevens werd door de stichting in 2005 aangeboden aan de gemeente Gouda. Het kreeg een plaats in het Goudse stadhuis en werd op 4 mei van dat jaar onthuld door burgemeester W.M. Cornelis.

Onderzoek Verwaijen

Later deed Tom Verwaijen, auteur van ‘Joods Gouda’ (Amersfoort 2012), onderzoek in de archieven in verband met zijn nieuw uit te brengen boek ‘Joods Gouda II’. Met medewerking van Coretta Bakker-Wijbrans, werkzaam bij het Streekarchief Midden Holland, raadpleegde hij de door de gemeente Gouda opgestelde lijsten met Joodse inwoners, alsmede persoonskaarten en dagrapporten van de politie.

Zijn bevindingen leidden ertoe dat het aantal bij naam bekende omgebrachte Joden uit Gouda moest worden bijgesteld van 327 naar 385 (3).

Met dank aan de onderzoeker heeft het bestuur van de Stichting Gouds Metaheerhuis daarop in april 2016 de nieuwe namen vastgesteld en alle gegevens in het eigen bestand verwerkt. In de gedenkplaats werden drie nieuwe, geactualiseerde wandborden aangebracht.

Onderzoek Soesja Citroen

Na onderzoek van Soesja Citroen is de namenlijst in 2017 uitgebreid met de namen van Leo Klisser en Ernst Alfred Witt, en in 2018 met de naam van Jansje van Monnikendam-Mok. Dat bracht het totaal aantal namen van de vermoorde Goudse Joden op 388 (4).

 

(1) Deze eerste, voorlopige gegevens werden als namenlijst opgenomen in de in 1995 verschenen eerste druk van Gouda in de Tweede Wereldoorlog, van M.J. van Dam i.s.m. H.C. van Itterzon en H.J. Maarsingh, Delft 1995.

(2) De overeenkomstige namenlijst werd gepubliceerd in de tweede druk (2006) van Gouda in de Tweede Wereldoorlog.

(3) De betreffende namenlijst is opgenomen in Joods Gouda II, de laatste 100 jaar Joods leven vanaf ca. 1850 van Tom Verwaijen, Amersfoort 2016.

(4) Soesja Citroen deed haar onderzoek in het kader van het Goudse project Stolpersteine.