Ontstaan Joodse volk volgens het oude testament

Abraham zou volgens de Tora, de Joodse bijbel, de eerste Jood geweest zijn. Op hoge leeftijd werd hij nog vader van zijn zoon Isaac die op zijn beurt weer een zoon kreeg die Jacob heette. Jacob kreeg 12 zonen en stuurde hen naar Egypte vanwege een grote hongersnood in zijn eigen land.
Zij bleven daar 210 jaar waarvan ze 86 jaar slavenarbeid hebben verricht. Het was in die periode een groot volk geworden. G’d wilde dat het Joodse volk terugkeerde naar Kanaän (het huidige Israël) maar de Farao (koning van Egypte) wilde dat eerst niet toestaan. Uiteindelijk mocht het volk uit Egypte vertrekken.

Onder leiding van de voor de Joden vandaag nog steeds grootste profeet Mozes en de hogepriester Aaron trok het volk door de Schelfzee nu bekend als de Rode Zee.
Deze zee werd door G’d zo gescheiden dat er een weg door het water kwam waar de Joden doorheen konden. Toen zij aan de overkant waren verdween de weg en werd de zee weer één geheel en verdronken de Egyptische soldaten die de Joden achtervolgden  die  in opdracht van de Farao de Joden toch weer terug moesten halen.

Meer over Uittocht uit Egypte: https://nl.wikipedia.org/wiki/Uittocht_uit_Egypte