Chanoeka is het lichtjesfeest en is ontstaan toen de Joden, die honderden jaren daarvoor verdreven waren uit Kanaän (het huidige Israël), op enig moment besloten terug te keren. Dit groepje kreeg steeds meer aanhangers en ze wonnen steeds meer stukken land terug. Uiteindelijk bereikten ze Jeruzalem en na een bloedige strijd overwonnen ze. Toen ze bij hun oude Tempel (hoofdsynagoge van Jeruzalem) kwamen zagen ze dat de Grieken alles vernield hadden.
De Menora, de 7-armige kandelaar, het symbool van het huidige Israël (zoals klompen en tulpen dat zijn voor Nederland) die in de Tempel stond, was door de Grieken omgegooid en moest weer recht gezet worden. Men vond een klein kruikje met daarin alleen nog maar net genoeg olie om de Menora één dag te laten branden. De Menora werd aangestoken en de Tempel werd heringewijd. De volgende dag brandde de Menora echter nog steeds op diezelfde olie en de priesters begrepen hier niets van. De dag daarop ook nog. Zo ging het acht dagen lang, totdat er nieuwe olie was gemaakt.
Daarom vieren de Joden nu jaarlijks, het feest van Chanoeka, dat ‘Herinwijding’ betekent. Het is het lichtjesfeest en valt altijd in december, soms in het begin, soms aan het einde, afhankelijk van de stand van de maan. Ze steken dan de Chanoeka kandelaar, de Chanoekia, de 9-armige kandelaar, aan. Een armpje wordt gebruikt voor het aansteken. De acht andere armen worden gebruikt om elke dag een kaarsje meer, acht dagen achter elkaar, aan te steken.
Het is een lichtjesfeest en dus lijkt het op kerst maar dat is het niet. Want Joden zien Jezus Christus niet als de zoon van God en vieren dus niet de geboorte van Jezus. Zij wachten nog op de komst van de Mesjiach, de Messias.
Meer over Chanoeka